Inleiding
Overzicht lokale heffingen | (bedragen x € 1.000) | ||
---|---|---|---|
Omschrijving heffing | Primaire begroting 2024 | Begroting 2024 na wijzigingen | Begroting 2025 |
Rioolheffing | 7.703 | 7.703 | 8.413 |
Leges titel 1 | 1.002 | 1.002 | 1.256 |
Leges titel 2 | 1.556 | 1.726 | 1.843 |
Leges titel 3 | 43 | 34 | 40 |
Onroerendezaakbelastingen | 15.647 | 15.247 | 15.670 |
Forensenbelasting/ toeristenbelasting | 2.629 | 2.473 | 2.766 |
Afvalstoffenheffing | 6.919 | 6.919 | 7.406 |
Begraafplaatsen | 1.294 | 1.294 | 1.329 |
Marktgelden | 65 | 65 | 67 |
Hondenbelasting | 440 | 440 | 226 |
Totaal | 37.298 | 36.903 | 39.016 |
De Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) verzorgt de aanslagoplegging en inning van de heffingen voor de gemeente, met uitzondering van de leges die vallen onder titel 1 van de Legesverordening (bijvoorbeeld reisdocumenten, rijbewijzen en huwelijken). In deze paragraaf zijn de voorlopige tarieven 2025 opgenomen.
De definitieve tarieven voor het jaar 2025 worden in de belastingverordeningen 2025 vastgesteld.
Belastingen
De gemeente heft de volgende belastingen: Onroerende zaakbelasting, hondenbelasting, toeristenbelasting en forensenbelasting. Het kenmerk van een belasting is dat een gemeente volledige vrijheid heeft in de keuze waarop de middelen ingezet worden.
Voor de belastingen, hanteert de gemeente maximaal de geharmoniseerde consumenten prijsindex (HICP) die bij de Kadernota voor 2025 is vastgesteld op 2,70%.
De gemeente indexeert de tarieven jaarlijks op basis van de geraamde opbrengst in de meerjarenschijf van het betreffende begrotingsjaar. Dit betekent dat een incidentele verlaging van bijvoorbeeld de onroerendezaakbelasting in enig jaar niet financieel vertaald wordt naar latere begrotingsjaren en dat in die latere jaren een hogere belastingopbrengst gerealiseerd moet worden ten opzichte van het voorgaande jaar.
Onroerendezaakbelasting (OZB) / waarde onroerende zaak (WOZ) ontwikkeling
Voor de onroerendezaakbelasting worden jaarlijks alle onroerende zaken binnen de gemeente gewaardeerd. De BghU voert deze jaarlijkse waardering uit. Door marktontwikkelingen kan deze waarde fluctueren. Het is staand beleid deze fluctuatie, bij ieder nieuw WOZ-tijdvak, te corrigeren in het OZB-tarief. Een stijging van de totale waarde van het aanwezige onroerend goed binnen de gemeente leidt normaliter tot een daling van het tarief, een daling tot een verhoging van het tarief.
Op 1 januari 2025 begint een nieuw WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2024. Deze is gebaseerd op de marktontwikkeling tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024.
Voor het WOZ-tijdvak 2025 met waardepeildatum 1 januari 2024 houdt de gemeente rekening met een gemiddelde waardestijging van 3,5% voor woningen. Voor niet-woningen houdt de gemeente rekening met een gemiddelde waardestijging van 1,25%. Dit is de landelijke trend die gebaseerd is op de meicirculaire 2024. De cijfers zijn dus niet specifiek voor onze gemeente. Op basis van bovenstaande gemiddelde stijging van de waarden van woningen/niet woningen enerzijds, de toepassing van de HICP index anderzijds en het aangenomen amendement bij de kaderbrief 2025 - 2028 (een incidentele verlaging van de OZB opbrengst met € 400.00) houdt de gemeente voor 2025 voorlopig rekening met de in onderstaande tabel genoemde tarieven.
Opbrengst OZB | ||
---|---|---|
Opbrengst Onroerendezaakbelasting | Tarief 2024 | Tarief 2025 (voorlopig) |
Woning | ||
- Eigenaar | 0,0995% | 0,0993% |
Niet-woning | ||
- Eigenaar | 0,3186% | 0,3134% |
- Gebruiker | 0,1766% | 0,1649% |
In december 2024 ontvangt de gemeente van BghU de definitieve waardeontwikkeling van het onroerend goed voor onze gemeente. Op basis van deze waardeontwikkeling berekent de gemeente de definitieve tarieven voor 2025.
Hondenbelasting
In dit tarief is rekening gehouden met de halvering van de hondenbelasting op grond van het aangenomen amendement bij de kaderbrief 2025 - 2028 om de hondenbelasting in twee jaar af te schaffen. Voor het overige is het tarief aangepast aan de HICP index. Vanaf 2026 vervalt de hondenbelasting volledig. Voor 2025 leidt dit tot de hieronder genoemde tarieven voor hondenbelasting,
Hondenbelasting | |||
---|---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2024 | Tarief 2025 | Afwijking in % |
1e hond | € 107,36 | € 55,13 | -49% |
2e hond | € 177,52 | € 91,16 | -49% |
Elke volgende hond | € 239,64 | € 123,06 | -49% |
BghU controleert jaarlijks 20% van het totale woningenbestand op het bezit van honden.
Forensen- / Toeristenbelasting
Voor de begroting 2025 worden de tarieven voor de forensenbelasting en het tarief voor de toeristenbelasting van mobiele kampeeronderkomens en stacaravans geïndexeerd met de HICP index van 2,7%. De tarieven toeristenbelasting voor alle overige verblijfsaccommodaties worden met 17,3% verhoogd vanwege de verhoging van de toeristenbelasting als gevolg van de gedeeltelijke afschaffing van de hondenbelasting. Dit leidt voor 2025 tot de onderstaande tarieven:
Forensen/ Toeristenbelasting | |||
---|---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2024 | Tarief 2025 | Afwijking in % |
Tarief forensenbelasting per object | € 456,42 | € 468,76 | 2,7% |
Tarief toeristenbelasting mobiele kampeeronderkomens en stacaravans per persoon per overnachting | € 1,63 | € 1,67 | 2,7% |
Tarief toeristenbelasting overige verblijfsaccommodaties per persoon per overnachting | € 2,83 | € 3,32 | 17,3% |
Voor de begroting 2025 houdt de gemeente rekening met hetzelfde aantal forensen als in 2024. Voor de toeristenbelasting houdt de gemeente in 2025 rekening met een hoger aantal overnachtingen. De gemeente baseert zich daarbij op de opgave van BghU (basis: definitieve aanslagen toeristenbelasting 2023) die uitgaat van 878.000 overnachtingen voor 2025. Het toegenomen aantal overnachtingen (in 2023 gingen we uit van 717.000 overnachtingen) lijkt structureel te zijn en ligt in lijn met de zichtbare landelijke trend. Recreatieve activiteiten blijven echter conjunctuur- en weergevoelig. Er blijft dus altijd een risico bestaan dat het aantal overnachtingen in de toekomst weer daalt.
(Bestemmings)heffingen en rechten
In deze begroting onderscheidt de gemeente de volgende (bestemmings-)heffingen en rechten: Bestemmings-)heffingen; bedrijveninvesteringszone (BIZ), afvalstoffenheffing, rioolheffing.
Rechten: marktgelden, begraafrechten en leges.
Voor de (bestemmings-)heffingen en rechten hanteert de gemeente in beginsel het uitgangspunt van 100% kostendekkende tarieven. Dit is de maximale benutting van de wettelijke mogelijkheden. Deze opbrengsten zijn bedoeld als dekking (of gedeeltelijke dekking) van de specifieke lasten die verband houden met de collectieve voorzieningen en individuele diensten.
Overige belastingen - Bedrijveninvesteringszone (BIZ)
In de winkelcentra van Doorn, Driebergen en Leersum zijn BedrijvenInvesteringsZones. De BghU heft deze (bestemmings)heffing volgens de verordeningen) en de gemeente keert deze uit aan de BIZ-verenigingen. In de begroting 2025 houdt de gemeente rekening met een opbrengst van afgerond € 158.000.
Afvalstoffenheffing / Reinigingsrechten
In de nota reserves en voorzieningen van de gemeente is opgenomen dat de maximale omvang van de voorziening 10% van de geraamde baten mag zijn. De voorziening tariefsegalisatie afval bedraagt per 01-01-2025 ruim € 1.799.000. De toegestane maximale stand van de voorziening tariefsegalisatie afval inclusief begrote onttrekkingen bedraagt ruim € 740.000. Hiermee komt het overschot in de voorziening tariefsegalisatie afval uit op ruim € 1.059.000. Dit overschot wordt gefaseerd in vier jaar in mindering gebracht op de afvalstoffenheffing. In 2025 bedraagt de onttrekking € 623.000. Om tariefschommeling te voorkomen wordt de voorziening in 2026 met € 250.000 verlaagd en in 2027 met € 150.000. Bij de begroting 2026 vindt er een nieuwe beoordeling plaats van de voorziening tariefsegalisatie afval.
Overzicht kostendekkendheid afvalstoffenheffing & reinigingsrechten | (bedragen x €1.000) | |
---|---|---|
Lasten | 2024 | 2025 |
Taakveld afval (inclusief directe loonkosten en rente) | 5.320 | 6.480 |
Taakveld belastingen BghU | 154 | 156 |
Taakveld overhead | 915 | 864 |
Taakveld huisvesting gemeentewerf | 375 | 397 |
Taakveld minimabeleid-lokaal (kwijtschelding) | 256 | 263 |
Compensabele btw | 753 | 753 |
Totaal lasten | 7.773 | 8.913 |
Baten | ||
Baten afvalstoffenheffing & reinigingsrechten | 6.919 | 7.406 |
Overige baten | 854 | 1.507 |
Totaal baten | 7.773 | 8.913 |
Percentage kostendekkendheid | 100% | 100% |
Tarieven afvalstoffenheffing | |||
---|---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2024 | Basis tarief 2025 | Afwijking in % |
Per perceel | € 269,70 | € 259,92 | -3,62% |
Bij meerpersoonshuishoudens | € 337,16 | € 324,96 | -3,62% |
Bedrijven (excl. btw) | € 337,16 | € 324,96 | -3,62% |
In 2025 wordt diftar ingevoerd - dit betekent dat de inwoner voor afvalstoffenheffing een basistarief betaalt en daarnaast een bedrag per lediging. In onderstaande tabel worden de tarieven per lediging weergegeven.
Variabele componenten: | ||
---|---|---|
Lediging Restafval minicontainer 140 liter | € 5,14 | |
Lediging Restafval minicontainer 240 liter | € 8,80 | |
Storting Restafval 30 liter zak | € 1,10 | |
Storting Restafval 60 liter zak | € 2,20 | |
Lediging Bedrijfsafval minicontainer 140 liter | € 5,14 | excl. BTW |
Lediging Bedrijfsafval minicontainer 240 liter | € 8,80 | excl. BTW |
Een Eénpersoons huishoudens dat een restafval container van 140 liter 7 keer per jaar laat ledigen betaalt vanaf 2025 en bedrag van € 295,90 per jaar, dat is een stijging van 9,71% vergeleken met 2024. Voor een meerpersoonshuishouden is dat bedrag € 360,94 per jaar, vergeleken met 2024 is dat een stijging van 7,05 %.
Rioolrechten
Indexatie, stijging energielasten en de overhead als gevolg van de doorontwikkeling Buitenruimte leiden tot een totale stijging van 10,00%.
Overzicht kostendekkendheid rioolrechten | (bedragen x €1.000) | |
---|---|---|
Lasten | 2024 | 2025 |
Taakveld riool (inclusief directe loonkosten en rente) | 6.459 | 6.714 |
Taakveld belastingen BghU | 172 | 185 |
Taakveld overhead | 1.036 | 1.259 |
Taakveld huisvesting gemeentewerf | 351 | 373 |
Taakveld minimabeleid-lokaal (kwijtschelding) | 245 | 300 |
Compensabele btw | 850 | 850 |
Totaal lasten | 9.113 | 9.681 |
Baten | ||
Baten rioolrecht | 7.703 | 8.413 |
Overige baten | 1.410 | 1.268 |
Totaal baten | 9.113 | 9.681 |
Percentage kostendekkendheid | 100% | 100% |
Tarieven rioolrecht | |||
---|---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2024 | Tarief 2025 | Afwijking in % |
Per perceel | € 287,03 | € 315,74 | 10,00% |
Bij meerpersoonshuishoudens | € 358,98 | € 384,36 | 7,07% |
Marktgelden
Overzicht kostendekkendheid marktgelden | (bedragen x €1.000) | |
---|---|---|
Lasten | 2024 | 2025 |
Taakveld weekmarkt (inclusief directe loonkosten) | 74 | 92 |
Taakveld overhead | 40 | 42 |
Taakveld bghu | 1 | 1 |
Totaal lasten | 115 | 135 |
Baten | ||
Marktgelden | 65 | 67 |
Overige baten | 11 | 11 |
Totaal baten | 76 | 78 |
Percentage kostendekkendheid | 66% | 58% |
Begraafrechten
De kostendekkendheid neemt af omdat meer uren worden besteed aan het product en een stijging van de loonkosten die niet volledig wordt gecompenseerd door de verhoging van de tarieven met de HICP index.
Overzicht kostendekkendheid begraafrechten | (bedragen x €1.000) | |
---|---|---|
Lasten | 2024 | 2025 |
Taakveld begraafplaatsen (inclusief directe loonkosten) | 1.000 | 1.043 |
Taakveld overhead | 408 | 462 |
Taakveld belastingen bghu | 12 | 12 |
Totaal lasten | 1.420 | 1.517 |
Baten | ||
Baten begrafenisrechten | 1.294 | 1.328 |
Overige baten | 2 | 2 |
Totaal baten | 1.296 | 1.330 |
Percentage kostendekkendheid | 91% | 88% |
Leges
Kostendekkendheid leges | (bedragen x €1.000) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Afwijking in % | |
I | 1.365 | 1.256 | 92% |
II | 1.843 | 1.843 | 100% |
III | 662 | 40 | 6% |
Totaal | 3.870 | 3.139 |
Overzicht kostendekkendheid Titel 1 algemene dienstverlening | (bedragen x €1.000) | |
Lasten | 2024 | 2025 |
---|---|---|
Taakvelden Titel 1 (inclusief directe loonkosten en rente) | 703 | 980 |
Taakveld overhead | 391 | 385 |
Totaal lasten | 1.094 | 1.365 |
Baten | ||
Baten leges titel 1 | 1.002 | 1.256 |
Totaal baten | 1.002 | 1.256 |
Percentage kostendekkendheid | 92% | 92% |
Titel 1 kent een aantal producten waarvan de leges van rijkswege worden vastgesteld of gemaximeerd. Daarnaast zijn er producten/diensten waarbij er wel ruimte is voor eigen tariefbepaling. De afweging is daarbij tarieven realistisch te houden en tegelijk te streven naar maximale kostendekkendheid.
Overzicht kostendekkendheid Titel 2 dienstverlening die valt onder de fysieke leefomgeving /omgevingsvergunning | (bedragen x €1.000) | |
Lasten | 2024 | 2025 |
---|---|---|
Taakvelden Titel 2 (inclusief directe loonkosten en rente) | 896 | 1.159 |
Taakveld overhead | 651 | 674 |
Taakveld belastingen bghu | 10 | 10 |
Totaal lasten | 1.557 | 1.843 |
Baten | ||
Baten leges titel 2 | 1.556 | 1.843 |
Totaal baten | 1.556 | 1.843 |
Percentage kostendekkendheid | 100% | 100% |
In 2024 is een analyse van de bouwleges gemaakt. Voorgaande jaren waren de baten aanmerkelijk hoger dan de raming. Ook de lasten blijken hoger te zijn. Deze analyse is opgeknipt in twee fases. In fase één zijn de prognose voor de lasten en de baten bijgesteld. Dit als gevolg van meer aanvragen, positieve uitwerking van de kruissubsidiëring en hogere bouwkosten. De stijging van het aantal aanvragen vertaald zich in extra capaciteitsinzet. Daarnaast zijn de lasten door inflatie verhoogd. In fase twee worden de tarieven in de legesverordening 2025 op basis van deze prognose geactualiseerd.
Overzicht kostendekkendheid Titel 3 dienstverlening die valt onder de Europese Dienstrichtlijnen | (bedragen x €1.000) | |
Lasten | 2024 | 2025 |
---|---|---|
Taakvelden Titel 3 (inclusief directe loonkosten en rente) | 343 | 357 |
Taakveld overhead | 214 | 305 |
Totaal lasten | 557 | 662 |
Baten | ||
Baten leges titel 3 | 43 | 40 |
Totaal baten | 43 | 40 |
Percentage kostendekkendheid | 8% | 6% |
Kwijtscheldingsbeleid
De BghU voert het kwijtscheldingsbeleid uit. Er bestaat uitsluitend een mogelijkheid voor volledige kwijtschelding. Gedeeltelijke kwijtschelding is niet mogelijk. Inwoners met een inkomen tot 100% van het voor hen geldende minimuminkomen komen in aanmerking voor kwijtschelding.
De inkomenstoets wordt in beginsel uitgevoerd op basis van de informatie die via het inlichtingenbureau beschikbaar is. Indien deze informatie ontoereikend is, vraagt BghU aanvullende informatie op.
Kwijtschelding kan worden verleend voor afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting voor het houden van een eerste en tweede hond.
De betalingscapaciteit van een belastingplichtige wordt bepaald aan de hand van het netto besteedbare inkomen, afgezet tegen het normbedrag voor de algemene kosten van het bestaan. In de begroting 2025 houdt de gemeente voor het totale kwijtscheldingsbeleid rekening met een bedrag van € 572.000.
Ontwikkeling lokale lastendruk
Ontwikkeling lokale lastendruk op basis van € 300.000 | |||
---|---|---|---|
Lastendruk | 2024 | 2025 | Afwijking in % |
OZB | € 298,50 | € 297,90 | -0,20% |
Afvalstoffenheffing | € 337,16 | € 360,94 | 7,05% |
Rioolheffing | € 358,98 | € 384,36 | 6,60% |
Totaal: | |||
Eigenaren | € 298,50 | € 297,90 | -0,20% |
Gebruiker | € 696,14 | € 745,30 | 6,60% |
Eigenaren en gebruiker | € 994,64 | € 1.043,20 | 4,65% |
Voor de afvalstoffenheffing is rekening gehouden met de kosten voor meerpersoonshuishouden plus 7 ledigingen per jaar.
Ontwikkeling lokale lastendruk op basis van € 500.000 | |||
---|---|---|---|
Lastendruk | 2024 | 2025 | Afwijking in % |
OZB | € 497,50 | € 496,50 | -0,20% |
Afvalstoffenheffing | € 337,16 | € 360,94 | 7,05% |
Rioolheffing | € 358,98 | € 384,36 | 6,60% |
Totaal: | |||
Eigenaren | € 497,50 | € 496,50 | -0,20% |
Gebruiker | € 696,14 | € 745,30 | 6,60% |
Eigenaren en gebruiker | € 1.193,64 | € 1.241,80 | 3,88% |
Voor de afvalstoffenheffing is rekening gehouden met de kosten voor meerpersoonshuishouden plus 7 ledigingen per jaar.
Ontwikkeling lokale lastendruk op basis van € 750.000 | |||
---|---|---|---|
Lastendruk | 2024 | 2025 | Afwijking in % |
OZB | € 746,25 | € 744,75 | -0,20% |
Afvalstoffenheffing | € 337,16 | € 360,94 | 7,05% |
Rioolheffing | € 358,98 | € 384,36 | 6,60% |
Totaal: | |||
Eigenaren | € 746,25 | € 744,75 | -0,20% |
Gebruiker | € 696,14 | € 745,30 | 6,60% |
Eigenaren en gebruiker | € 1.442,39 | € 1.490,05 | 3,20% |
Voor de afvalstoffenheffing is rekening gehouden met de kosten voor meerpersoonshuishouden plus 7 ledigingen per jaar.
Plaats ranglijst Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO)
Op basis van het rapport Atlas van de Lokale Lasten 2024 van COELO, het kennisinstituut op het gebied van lokale en regionale lasten, wordt jaarlijks een ranglijst gepresenteerd met de lokale lastendruk per gemeente. Het woonlastenoverzicht in het rapport kent 345 (deel)gemeenten. Plaats 1 staat voor de laagste lasten, plaats 345 voor de hoogste lasten. Gemeente Utrechtse Heuvelrug staat op plaats 328 voor meerpersoonshuishoudens met een eigen woning en op plaats 337 voor meerpersoonshuishoudens met een huurwoning. In vergelijking, in het rapport Atlas van de Lokale Lasten 2023 stond de gemeente op plaats 336 voor meerpersoonshuishoudens met een eigen woning en op plaats 339 voor meerpersoonshuishoudens met een huurwoning.