Wat zijn de ontwikkelingen?
De gemeente Utrechtse Heuvelrug kent een gevarieerde buitenruimte. De ligging van onze dorpen, deels op de stuwwal, deels in het rivierengebied en ook in de uitlopers naar de Gelderse Vallei zorgt voor verschillende uitdagingen. Daarnaast liggen er grote mobiliteitsvraagstukken en rioolvervangingsopgaven, vraagt de klimaatverandering om beslissingen, liggen er grote beheer en onderhoudsopgaven en ambities. In 2025 wordt in lijn met het vastgestelde uitvoeringsprogramma “groen en duurzaam doen”, door middel van diverse nieuwe beleidsdocumenten, uitvoeringsplannen en renovatieprojecten invulling gegeven aan deze ambities. In een nieuw integraal beheerplan worden de ambities van de gemeente Utrechtse Heuvelrug geborgd, dit geeft een 10 jarige doorkijk voor alle te beheren onderdelen in de openbare ruimte.
In diverse centrumgebieden van onze dorpen wordt de openbare ruimte, in samenspraak met bewoners, ondernemers en gebruikers opgeknapt. Waar mogelijk groen, biodivers, duurzaam en klimaat adaptief.
Groen
Uitgangspunten vanuit het uitvoeringsprogramma zijn gericht op verder vergroenen en ontstenen van de openbare ruimte (Uitvoeringsprogramma 3b.2). Hierbij is een biodiverse en klimaat adaptieve inrichting de standaard. Dit is nodig om vervolgens ook de kwaliteitsslag in het beheer van het openbaar groen te kunnen borgen(3b.6). Vanuit investeringsgelden zal de groene inrichting komend jaar een fikse impuls krijgen. Bijna 10.000 m2 op zo’n 130 locaties verspreid over de dorpen zal worden vervangen door een biodiverse en klimaatbestendige groene inrichting.
In 2024 is de tweede fase van het herstelplan Valwind in Leersum afgerond. In aansluiting daarop worden in 2025 ook de Hoflaan en Bentincklaan gerenoveerd waarbij expliciet aandacht zal zijn voor een nieuwe duurzame boomstructuur.
De Gemeente continueert de deelname aan het landelijke initiatief MaaiMeiNiet waarmee de wilde bij en andere insecten in het voorjaar geholpen worden aan voldoende voedsel.
De bladcampagne in de winterperiode wordt anders vormgegeven dan voorheen. “Bladafval wordt bladgoud”. Door waar het kan blad te laten liggen ontstaat er een strooisellaag die zorgt voor beschutting voor kleine fauna en de ondergrond minder snel laat uitdrogen in het voorjaar. Tevens remt het de eerste onkruidgroei, = win-win.
Begraafplaatsen
In 2025 continueren we de waardevolle samenwerking met vele vrijwilligers voor het onderhoud op de oude begraafplaatsen binnen gemeente Utrechtse Heuvelrug. Op de algemene begraafplaats in Doorn is extra capaciteit gerealiseerd voor de mogelijkheid om natuurgraven uit te geven. Deze zijn in 2025 beschikbaar. De verwachting is dat daarmee voor een aantal jaren dit begraafconcept voor geïnteresseerden is geborgd.
Ondergrondse infra en water
In het Water en Klimaatplan wordt de langjarige strategische opgave van water, riolering en klimaat inclusief een kostendekkingsberekening opgenomen.
Op basis van actuele beheerdata wordt het Systeemoverzicht Stedelijk Water (SSW) voor de dorpen Maarn, Maarsbergen en Overberg opgeleverd. Het SSW geeft inzicht in het functioneren van de bestaande watersystemen, risico’s richting toekomstige regenbuien, en maakt het berekenen en bepalen van kansrijke verbetermaatregelen mogelijk. Het verbeterplan oppervlaktewater wordt opgesteld. Het plan is om het beheer van de waterkwantiteit en -kwaliteit te verbeteren (3b.3 en 3b.10).
Vitens en Stedin zijn door het Rijk verplicht om in 2030 alle oude gietijzeren- en asbestcementleidingen voor water en gas te hebben vervangen (Brossanering). In 2025 en verder hebben onze inwoners en de gemeente daarmee te maken in de buitenruimte.
Nederland zit midden in de energietransitie en het stroomnetwerk dient met spoed opgewaardeerd te worden. Daarom worden er in de gemeente 195 nieuwe distributiestations en 4 verdeelstations geplaatst. De gemeente gaat hiervoor de samenwerking met Stedin aan om te borgen dat de locaties en de uitstraling passen binnen de omgeving.
Openbare ruimte is schaars en staat onder druk, er is ruimte nodig voor de energietransitie maar ook voor water, klimaat en biodiversiteit. Er wordt een inventarisatie van oneigenlijk in gebruik genomen gemeentegrond en van strategische openbare plekken gemaakt.
Doorontwikkeling thema Buitenruimte
De op 25 april 2024 in de gemeenteraad besloten doorontwikkeling van het gemeentelijk organisatieonderdeel Buitenruimte is in volle gang en krijgt zijn vervolg in 2025. De doorontwikkeling van medewerkers en werkprocessen zal worden ondersteund met de aanschaf van duurzaam materieel.
Wegen
In 2025 wordt een plan gemaakt voor de objectbewegwijzering (verwijzing naar sportparken, campings, etc.). Er wordt gekeken hoe met verwijderen of combineren van borden een kwaliteitsimpuls wordt gegeven aan de openbare ruimte.
Na vaststelling van het integraal beheerplan buitenruimte in 2025 zal specifiek voor wegen een beheerplan worden opgesteld. Dit geeft een doorkijk voor de komende 4 jaar. Hierin worden werkzaamheden benoemd voor asfaltwegen, wegen in elementenverharding, halfverharding, bermen en belijning.
Mobiliteit
Op basis van het mobiliteitsplan wordt een uitvoeringsagenda opgesteld (3c.1). Hiervoor heeft de gemeenteraad 8,8 miljoen euro investeringsbudget en 1,1 miljoen euro exploitatiebudget gereserveerd. Daarnaast worden met het actieplan 2025 op diverse locaties in de gemeente maatregelen genomen om de verkeersveiligheid te verbeteren en knelpunten op te lossen hiervoor heeft de gemeenteraad 900.000 euro gereserveerd. Deze maatregelen zijn snel te realiseren, vooruitlopend op de uitvoeringsagenda van het mobiliteitsplan.
In 2025 gaan we door met het buitengebied tussen Leersum en Wijk bij Duurstede verkeersveiliger te maken. Gelijktijdig wordt er gewerkt aan een Sterke Lekdijk waar tijdelijke verkeersmaatregelen genomen worden die effect hebben op dit gebied (3c.3). Ook worden de resultaten van het onderzoek naar het centrale kruispunt in Doorn met de provincie verwerkt. In 2025 wordt duurzame mobiliteit gefaciliteerd en gestimuleerd door de plaatsing van laadpalen voor elektrische voertuigen en het blijven stimuleren van deelmobiliteit. Bij groot onderhoud worden de wegen duurzaam veilig ingericht (3c.4 en 3c.5).
Afvalinzameling en -verwerking
In 2025 starten we met de Prijsprikkel op restafval. Naast een vast bedrag brengen we een variabel bedrag in rekening, gebaseerd op het aantal keren dat een inwoner ongescheiden restafval aanbiedt.
Om die invoering mogelijk te maken zijn in 2024 de faciliteiten voor het scheiden van afval ook voor inwoners in de hoogbouw op orde gebracht: appartementencomplexen hebben de beschikking over een ondergrondse container voor PMD (verpakkingsafval van Plastic, Metaal en Drinkpakken). Ook zijn er voorzieningen zijn GFE (groente- en fruitafval en etensresten) bij de appartementen.
Alle restafvalcontainers, dus zowel de kliko’s bij laagbouwwoningen als de (ondergrondse) verzamelcontainers zijn geschikt gemaakt voor de registratie van het aantal keren dat inwoners restafval aanbieden.
Vooral de uitbreiding van containers bij hoogbouwwoningen zorgt voor een toename van de kosten voor het legen, schoonmaken en onderhouden van deze containers. Daar staat tegenover dat we veel minder restafval hoeven af te voeren, hetgeen nu nog de grootste kostenpost is bij de verwerkingskosten.
Door de prijsstijgingen van transport en verwerking van afval, onzekerheid over de opbrengsten van oud papier en de risico’s, zowel fysiek als financieel rondom de inname van lachgascilinders nemen de totale kosten van afval toe. Voor de inwoners worden deze stijgende kosten beperkt, door financiële meevallers uit voorgaande jaren. Bovendien hebben inwoners voor een deel zelf invloed op de hoogte van de afvalstoffenheffing.