Inleiding
In deze paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing geven wij op basis van een risico-inventarisatie en -simulatie inzicht in de financiële weerbaarheid van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Dit doen wij aan de hand van de richtlijnen uit de Nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 2024.
Uit de analyse blijkt dat het weerstandsvermogen van de gemeente is gestegen ten opzichte van de laatste stand in de jaarrekening 2023. De weerstandsratio wijzigt op basis van de begroting van 4,33 naar 5,83. De stijging is het gevolg van een combinatie van een stabiele hoogte van de risico's enerzijds, en gestegen reserves door incidentele rekeningresultaten in 2023 en op begrotingsbasis naar verwachting ook in 2024.
De kwalificatie van het weerstandsvermogen in de begroting 2025 is daarmee "uitstekend" volgens algemeen geaccepteerde normen en voldoet ook aan de norm van minimaal 2,0 die door de raad is vastgesteld.
Het beleid voor risicobeheersing en de berekening van het weerstandsvermogen is beschreven in genoemde Nota. In deze paragraaf wordt vooral in gegaan op de actuele risico's en het weerstandsvermogen voor het begrotingsjaar 2025.
Risico's
De doelstellingen en ambities van de gemeente kunnen worden verstoord door risico’s. Wij hanteren de volgende definitie van een risico voor bepaling van het weerstandsvermogen van de gemeente:
Risico: |
---|
Risicoprofiel
Alle risico's die de gemeente loopt op enig moment, vormen gezamenlijk het risicoprofiel van de gemeente op dat moment. De risico's worden periodiek binnen de P&C-cyclus geïnventariseerd, geëvalueerd en geüpdatet. De meest actuele inventarisatie is per 31 augustus 2024. De 10 grootste financiële risico's zijn in onderstaande tabel samengevat.
Risico nummer | Risico | Gevolgen | Maatregelen | Kans | Financieel gevolg |
---|---|---|---|---|---|
R373 | Een hack of inbraak van de digitale bestanden en geautomatiseerde systemen van de gemeente. | Financieel - Kosten van het uitwijken voor de voortzetting van de dienstverlening en kosten van herstel van dienstverlening en gegevens. Mogelijk een boete van de AP indien de gemeente nalatig of onzorgvuldig heeft gehandeld., Imago - Gegevens kunnen door kwaadwillenden worden misbruikt. Een hack of inbraak schaadt het vertrouwen in de gemeente van inwoners en instellingen in die hun gegevens hebben toevertrouwd aan de gemeente. | In voorbereiding - Het vaststellen van beveiligingsbeleid en het nemen van diverse maatregelen zoals toegangsbeheer, back-up procedures, opleidingen, communicatie en het uitvoeren van audits. | 30% | max.€ 4.000.000 |
R391 | (Gekwalificeerd) personeel is moeilijk verkrijgbaar, noodzakelijke duurdere inhuur. | Financieel - Tekort aan capaciteit, ervaring en kosten van duurdere inhuur., Kwaliteit - | 70% | max.€ 1.600.000 | |
R374 | Juridische aansprakelijkheidstelling in het algemeen. De maatschappelijke ontwikkeling is dat inwoners en instellingen de overheid meer aansprakelijk stellen voor genomen of niet genomen besluiten en veronderstelde geleden schade. | Financieel - Kosten van juridische bijstand en schadeclaims., Imago - Juridische aansprakelijkheidstelling in de publiciteit kan negatieve invloed hebben op het vertrouwen van inwoners en instelling in de gemeente. | 50% | max.€ 800.000 | |
R349 | Door klimaatverandering meer stormschade en wateroverlast in de openbare ruimte bijv. bomen. Voorbeeld: valwind. | Financieel - extra kosten voor herstellen stormschade en wateroverlast | In voorbereiding - Door te kiezen voor een goede groeiplaats inrichting voor bomen kan dit risico worden beperkt. | 50% | max.€ 1.000.000 |
R378 | De kosten van verbonden partijen zijn hoger dan in hun begroting is voorzien. | Financieel - De bijdragen van de gemeente aan verbonden partijen (ruim € 17 mln. per jaar) zijn hoger dan in de gemeentebegroting is voorzien. | In voorbereiding - Minimaal 2x per jaar (begin, halverwege of eind van het jaar) de verbonden partij monitoren op de ontwikkeling van risico's en financiele gevolgen via begroting, tussentijdse rapportages en jaarrekening. Nota Verbonden Partijen is nog niet vastgesteld. Dit komt in 2024. | 50% | max.€ 500.000 |
R394 | Tijdelijke middelen van het Rijk, aangewend voor dekking van structurele personeelskosten, vervallen. | Financieel - | 50% | max.€ 450.000 | |
R396 | Stijging kosten onderhoud vastgoed - Hogere kosten van onderhoud en vervanging. | Financieel - Budgetten voor uitvoering vastgestelde taken te laag., Kwaliteit - Kwaliteit vastgoed | 50% | max.€ 300.000 | |
R401 | Belastingdienst merkt de gemeentelijke activiteit grondexploitaties aan als Vpb plichtig. Over winstgevende grondexploitaties wordt een Vpb aanslag opgelegd van ongeveer 25% over de winst. | Financieel - | 20% | max.€ 700.000 | |
R352 | De behoefte en uitgaven aan jeugdhulp worden in trend gevolgd en door andere manieren van contractering zijn we meer in controle. Wel kan een enkel zorgtraject tot onevenredig hoge kosten voor de gemeente leiden. | Financieel - De gemeente heeft geen of weinig invloed op het zorgtraject. | Actief - Door het versnellen van de transformatie en meer inzet op preventie de behoefte aan jeugdzorg verminderen. | 50% | max.€ 500.000 |
R344 | Stijging rente als gevolg van de economische omstandigheden. | Financieel - Hogere kapitaallasten door stijging rentelasten. | Geimplementeerd - In de begroting 2023 - 2026 houden we al rekening met hogere rentelasten. De ontwikkelingen op de kapitaalmarkt zijn op dit moment zeer onzeker en daarom valt een verdere rentestijging niet uit te sluiten. De looptijd en renteherziening van de totale lening portefeuille is gespreid in de tijd, waardoor het eventuele financiële effect zich ook gespreid in de tijd en vooral op langere termijn voor zal doen. | 50% | max.€ 500.000 |
Toelichting tabel:
Het maximale financiële gevolg van bovenstaande tien grootste risico's is € 10,4 mln.. Voor de overige risico's is het maximale financiële gevolg € 2,6 mln.. Het totale maximale financiële gevolg van alle risico's bedraagt per 31 augustus 2024 € 13,0 mln..
De ontwikkeling wordt geschetst ten opzichte van de laatste risico-inventarisatie (jaarrekening 2023).
Maximale (ongewogen) financiële gevolg | Jaarrekening | Begroting | Wijziging |
---|---|---|---|
Tien belangrijkste risico's | 10,0 | 10,4 | 0,4 |
Overige risico's | 3,5 | 2,6 | -0,9 |
Totaal | 13,5 | 13,0 | -0,5 |
Het risicoprofiel is afgenomen met € 0,5 mln. (bruto - dat is alleen het te verwachte financiële effect zonder rekening te houden met de kans op voordoen en beheersmaatregelen om de schade of het risico te verminderen) ten opzichte van de laatste actualisatie bij de jaarrekening 2023, toen het totaalbedrag van de geïnventariseerde risico's € 13,5 mln. bedroeg.
De verandering van het totale risico bestaat uit een saldo van nieuwe en vervallen risico's, en bestaande risico's die zijn aangepast. Hieronder de belangrijkste wijzigingen van de risico's.
Nieuwe risico's:
- Er is een nieuw risico als gevolg van de hoge en onvoorspelbare kosten van afvalverwerking van lachgascylinders.
Vervallen risico's:
- Het risico van extra inhuur juridische capaciteit als gevolg van meer WOO-verzoeken en klachten is weggenomen door hiervoor extra middelen in de begroting op te nemen.
Afgenomen risico's :
- De sterke prijsstijgingen van de afgelopen jaren door Corona en de Oekraïne-oorlog zijn inmiddels in de begroting verwerkt. Er is een stabilisatie van inflatie in het algemeen en het risico van nieuwe extreme prijsstijgingen is afgenomen. Hierbij past de kanttekening dat het niet is uitgesloten dat internationale gebeurtenissen of spanningen (verkiezingen VS, ontwikkelingen in het Midden-Oosten) zich voordoen die bijvoorbeeld energie- en grondstofprijzen weer (tijdelijk) onverwacht doen stijgen boven het verwachte inflatieniveau dat in de begroting is verwerkt (2,7%). Hiervoor is een risico van een 1% hogere inflatie gerekend.
Niet meegewogen, wel genoteerd risico:
- Het Gemeentefonds is per 1 januari 2023 herijkt wat een herverdeling van de middelen tussen gemeentes betekent. Hierbij is gekozen voor een geleidelijke en voorlopig gedeeltelijke invoering. Voor onze gemeente heeft dit geleid tot een lagere uitkering door een korting van voorlopig maximaal € 37,50 per inwoner, ca. € 1,9 mln. in totaal structureel. Op dit moment wordt gewacht op een evaluatie van de effecten van deze herijking. Er is een reële verwachting dat in 2027 een nieuwe stap wordt gezet in de invoering van dit nieuwe stelsel van € 7,50 per inwoner, een bedrag van bijna € 400.000. Dit bedrag is nog niet meegenomen in de berekening van het huidige weerstandsvermogen.
Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit wordt berekend aan de hand van de geïnventariseerde financiële risico’s en de zogenaamde ‘Monte Carlo simulatie’. Dit is een gewogen risicosimulatie waarbij rekening is gehouden met de kans op voordoen van een risico en het ingeschatte financiële effect, met de aanname dat de risico’s zich niet allemaal gelijktijdig en in hun maximale omvang voordoen.
Voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit is een Monte Carlo simulatie uitgevoerd met een waarschijnlijkheidspercentage van 90%. Hieruit volgt dat met een waarschijnlijkheid van 90% kan worden gesteld dat de benodigde weerstandscapaciteit € 7,0 mln. bedraagt (€ 7,3 mln. jaarrekening 2023).
.
Berekening beschikbare weerstandscapaciteit
De totale beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene (vrije) reserves en de stelpost onvoorziene uitgaven. Met ingang van 2023 maakt de onbenutte belastingcapaciteit geen deel meer uit van deze capaciteit (raadsbesluit).
Tabel 2: Berekening beschikbare weerstandscapaciteit | (bedragen x €1.000) | ||
Omschrijving | Begroting 2024 | Jaarrekening 2023 | Begroting 2025 |
---|---|---|---|
Algemene reserve (Vrij aanwendbaar) | 13.713 | 31.740 | 40.840 |
Onvoorziene uitgaven | 124 | 0 | 126 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 6.381 | 0 | 0 |
Totale weerstandscapaciteit | 20.218 | 31.740 | 40.966 |
Beoordeling van het weerstandsvermogen
De mate waarin de gemeente in staat is om de risico's op te vangen is het weerstandsvermogen en wordt uitgedrukt in de ratio tussen beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit. Daarbij geldt: hoe hoger de ratio, hoe groter het vermogen om weerstand te bieden aan de financiële gevolgen van optredende risico’s.
De raad heeft 2,0 als minimum ratio vastgesteld wat volgens normering van bureau Naris in samenwerking met de Universiteit Twente tot het hoogste niveau behoort.
Tabel 3: Weerstandsnorm | ||
---|---|---|
Waardering | Ratio | Betekenis |
A | > 2.0 | Uitstekend |
B | 1.4-2.0 | Ruim voldoende |
C | 1.0-1.4 | Voldoende |
D | 0.8-1.0 | Matig |
E | 0.6-0.8 | Onvoldoende |
F | < 0.6 | Ruim onvoldoende |
Toelichting tabel 3:
Berekening weerstandsratio:.
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit | = | € 40.966.000 | = 5,83 |
---|---|---|---|---|
Benodigde weerstandscapaciteit | € 7.031.692 |
Op basis van de landelijke norm kwantificeren we het weerstandsvermogen als 'uitstekend'.
Tabel 4: Ontwikkeling ratio weerstandsvermogen: | (bedragen x € 1.000) | ||
Omschrijving | Begroting 2024 | Jaarrekening 2023 | Begroting 2025 |
---|---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | 32.576 | 31.740 | 40.966 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 6.605 | 7.337 | 7.032 |
Ratio weerstandsvermogen | 4,93 | 4,33 | 5,83 |
Financiële kengetallen
De financiële kengetallen zijn voorgeschreven door het BBV (artikel 11, 3e lid) en gedefinieerd in de Regeling vaststelling wijze waarop kengetallen worden vastgesteld en opgenomen in begroting en jaarverslag provincies en gemeenten.
De netto schuldquote
De netto schuldquote geeft de verhouding aan tussen de totale netto schuld van de gemeente, zijnde schulden minus financiële activa, exclusief verstrekte leningen, en de baten. Het is een indicatie van de mate waarin de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage (lager dan 90%) is gunstig.
- Vaste schulden
- Netto vlottende schuld
- Overlopende passiva
- Financiële activa
- Uitzettingen < 1 jaar
- Liquide middelen
- Overlopende activa
- Totale baten excl. mutaties reserves
Netto schuldquote = (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%
De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De definitie van de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, is gelijk aan de definitie van de netto schuldquote met dien verstande dat alle financiële activa in de berekening worden betrokken, met uitzondering van kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen = (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%
De solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.
- Eigen vermogen
- Totaal passiva
Solvabiliteitsratio = (A/B) x 100%
De grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten.
De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is dat een grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans dan moet die worden afgewaardeerd en dat leidt tot een lager eigen vermogen en dus een lagere solvabiliteitsratio.
- Niet in exploitatie genomen bouwgronden
- Bouwgronden in exploitatie
- Totale baten excl. mutaties reserves
Grondexploitatie = (A+B)/C x 100%
De structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang voor de beoordeling van de structurele ruimte die een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten. De uitkomst wordt uitgedrukt in een percentage.
- Totale structurele lasten
- Totale structurele baten
- Totale structurele toevoegingen aan de reserves
- Totale structurele onttrekkingen aan de reserves
- Totale baten exclusief de mutaties reserves
Structurele exploitatieruimte = ((B-A)+(D-C))/(E) x 100%
De belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Dit begrip heeft een andere definitie dan het begrip onbenutte belastingcapaciteit uit de paragraaf Lokale heffingen en is daarmee niet vergelijkbaar.
De definitie van het kengetal belastingcapaciteit is:
Woonlasten van een meerpersoonshuishouden in het begrotingsjaar ten opzichte van het landelijk gemiddelde in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar, uitgedrukt in een percentage. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente.
- OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
- Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
- Afvalstoffenheffing voor een gezin
- Eventuele heffingskorting voor een gezin
- Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D)
- Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in het laatst bekende begrotingsjaar
Belastingcapaciteit = (E/F) x 100%
Voor een nadere toelichting op het onderdeel belastingcapaciteit verwijzen we naar de paragraaf lokale heffingen en de onderstaande beoordeling.
Financiële kengetallen in beeld
Kengetallen | Realisatie | Begroting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
1a. Netto schuldquote | 67,8% | 70,1% | 69,1% | 81,1% | 87,3% | 95,1% | |
1b. Netto schuldquote gecorr. voor alle verstrekte leningen | 66,3% | 68,6% | 68,7% | 80,6% | 86,8% | 94,6% | |
2. Solvabiliteitsratio | 22,2% | 22,5% | 24,1% | 22,3% | 20,6% | 18,6% | |
3. Grondexploitatie | 1,0% | 0,6% | -0,6% | -0,6% | -0,5% | -0,4% | |
4. Structurele exploitatieruimte | 8,9% | 1,1% | 2,6% | 0,5% | 0,0% | -0,8% | |
5. Gemeentelijke belastingcapaciteit | 117,9% | 118,1% | 118,1% | 118,1% | 118,1% | 118,1% |
Toelichting
Ontwikkeling schuldquote
In absolute zin is sprake van een toename van de bruto- en nettoschuld vanaf 2025. Oorzaken hiervan zijn het toegenomen investeringsvolume (o.a. voor onderwijshuisvesting) en de keuze (o.b.v. VNG advies voorjaar 2024) om in de jaren 2026 -2028 geen sluitende begroting te presenteren vanwege de korting van € 3 miljard die het Rijk wil toepassen op het gemeentefonds. Hierdoor stijgt ook de schuldquote, een maatstaf voor de omvang van de schuld van de gemeente.
In het uitvoeringsprogramma is bepaald dat de omvang van de nettoschuldquote gecorrigeerd voor alle kapitaalverstrekkingen in 2030 maximaal 90,0% mag bedragen. Op basis van deze begroting is in 2025 sprake van een nettoschuldquote van 69,1% en ligt daarmee beneden de afgesproken norm van 90% per 2030. Vanaf 2026 stijgt deze quote gestaag naar een niveau boven de streefwaarde. Vanaf 2028 voldoet de gemeente niet meer aan de gestelde norm van het uitvoeringsprogramma, een norm die volgens de afspraken uiterlijk in 2030 bereikt moet worden
Het college gaat er vanuit dat de lobby en de onderhandelingen van de VNG met het Rijk tot resultaat hebben dat de korting op het gemeentefonds geheel of gedeeltelijk ongedaan wordt gemaakt, waardoor in de toekomst sprake zal zijn van een lagere schuldquote dan nu voorspeld wordt. Gelijktijdig heeft het college een start gemaakt met een andere systematiek van begroten van de investeringsvolumes die, in combinatie met het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken van de korting op het gemeentefonds, ertoe moet leiden dat de afgesproken norm van 90,0% in 2030 gerealiseerd kan worden. Bovendien is met het uitvoeringsprogramma 2023-2026 vastgesteld om structureel een bedrag van € 1,8 mln. te reserveren voor versterking van het weerstandsvermogen, wat ook de behoefte aan externe financiering verlaagt.